De Impatiens behoort tot de balsemienfamilie, de balsaminaceae. Deze sierplant is een niet-inheemse eenjarige uit de Himalaya en India. De plant komt ook als verwilderde plant voor. Men vindt hem op rivieroevers en bij voorkeur op vochtige grond. Ze worden tot twee meter hoog. De bloeitijd is van juli tot oktober. De bloemen zijn zacht purper of lichtgeel van kleur. De zeer dikke stengels zijn vaak sterk vertakt. De bovenste bladeren staan kransgewijs. Het zijn hommelbloemen en de klieren op het blad en de steel geven bij aanraking een eigenaardige en onaangename geur af.
Behoort tot groep | 4 – eenzaamheid |
Latijnse naam | Impatiens glandulifera |
Nederlandse naam | Reuzenbalsemien |
Doel | snel van begrip, geduid en inlevingsvermogen naar anderen toe. |
Aanbevelingen | tot tien tellen, diep inademen voor elke uitspraak; slaapkuur; lichamelijke inspanning. |
Positief | begripsvol, geduld en zachtmoedigheid |
Negatief | ongeduldig, jachtig en prikkelbaar |
Chemische stoffen | |
Chakra | zevende chakra, kruinchakra |
Bach-remedie | Over de Reuzenbalsemien zei Bach: ‘Voor hen die snel zijn van denken en handelen, die wensen dat alles gedaan wordt zonder aarzelen en vertraging.’ Bij ziekte willen ze weer zo snel mogelijk beter zijn. Zij houden van opschietten en hebben dan ook erg weinig geduld met mensen, die minder snel zijn. Op alle in hun vermogen liggende manieren proberen ze deze mensen tot meer actie aan te zetten. Bij voorkeur werken ze alleen, zodat zij hun eigen tempo kunnen aanhouden. |
Astrologisch | Ram |